Stages VSO

Het VSO is verdeeld in een onder-, midden- en bovenbouw.

Alle leerlingen werken met een Stage-portfolio en hebben daarnaast een Vak-portfolio met alle praktijkvakken en een AVO-portfolio met de algemeen vormende vakken. Dit hoort bij het leerling-volg-jezelf-systeem van Doen-In. Aan alle onderdelen van de portfolio’s zijn certificaten gekoppeld.

Onder- en middenbouw

De leerlingen in de onder- en middenbouw zijn een halve of hele dag verantwoordelijk voor diverse interne werkzaamheden, zoals het ophalen van de vuile was en het geven van schone was, het wassen en drogen van de was, het zetten van koffie en thee voor de leerkrachten enz. enz. Vanuit het stagelokaal verdelen zij de taken en gaan zij aan het werk onder begeleiding van hun eigen leerkracht.

We noemen dit de interne stagedag.

Deze dag leren de leerlingen:

  1. Verantwoordelijkheid te dragen voor een opdracht
  2. Prestaties te leveren
  3. Om te gaan met anderen
  4. Samen te werken
  5. Leren waar hun grenzen en mogelijkheden liggen

Bovenbouw

Profielen

Wanneer de leerlingen in de bovenbouw geplaatst worden, gaan zij eerst kennismaken met de diverse profielen (praktijkvakken). Na een arbeidsinteressetest wordt gekozen voor 2 à 3 profielen, gedurende 3 maanden.

De leerlingen gaan 4 ochtenden per week praktisch aan de slag. Op maandag-dinsdag-donderdag-en vrijdagochtend worden de leerlingen van 09.00 uur tot 12.30 uur verdeeld over de profielen.

Wij werken met de profielen Dienstverlening, (verzorging, administratie, winkel en schoonmaak, gastheer/gastvrouw), Ambachtelijk werk, Groen, Techniek en Consumptief (horeca, catering, en koken).

Een deel van de profielen wordt op school gegeven in goed geoutilleerde praktijklokalen. Andere profielen worden op locatie gegeven door de leerkracht, en mede  begeleid door het personeel van het betreffende bedrijf. Zo wordt profiel winkel gegeven bij Albert Heijn, profiel groen bij Omni – Groen in Clingendael en in de kassen en profiel verzorging/schoonmaak bij verzorgingstehuis Mr. Visserhuis.

De leerlingen werken volgens het Doen-In systeem met een vak-portfolio en kunnen certificaten behalen. Elke leerling volgt tenminste 2 profielen gedurende de eerste helft van het schooljaar, daarna wordt er een nieuwe keuze gemaakt voor de tweede helft. De leerling volgt in ieder geval het profiel in de werkrichting van zijn stage om zodoende meer ervaring op te doen en om bepaalde vaardigheden, die hij/zij nog niet beheerst te oefenen.
Na 3 maanden gaan de leerlingen de op school geleerde vaardigheden tijdens een individuele stage buiten de school toepassen. Dit is de externe stage. 

De externe stage

Doelen van de externe stage zijn :

  1.  Kennismaken met een werksituatie buiten de school
  2. Ontwikkelen van werkhouding en taakgerichtheid
  3. Toepassen van de op school geleerde sociale vaardigheden
  4. Toepassen van de op school geleerde praktische vaardigheden
  5.  Ervaring opdoen in het werken met collega’s en begeleiders
  6. Leren omgaan met wisselende , onverwachte  gebeurtenissen en werkzaamheden
  7. Leren kiezen: welk werk wil “ik’ graag doen

De leerlingen gaan naar een bedrijf of een vorm van dagbesteding en worden daar in de werkzaamheden begeleid door een werknemer van het bedrijf of de dagbesteding en door de stagebegeleider van de school. Er wordt een stagecontract ondertekend en de leerlingen krijgen een stageboekje  waarin hun vorderingen worden beschreven. Dit boekje wordt op school besproken.

De leerlingen gaan bij verschillende bedrijven/beroepsgroepen stage lopen. Na een eerste externe stage volgt vaak een tweede, en soms wel een derde. Zo ontdekken zij wat bij hun past of niet past.
In het eerste jaar in de bovenbouw lopen de leerlingen vanaf 1 januari 1 dag per week stage. Zij hebben dan vanaf de zomervakantie tijdens de profielen al wat werkervaring opgedaan.
2x per jaar is er een evaluatiemoment, en na een succesvolle afronding van de stage een stagecertificaat.

Uiteindelijk wordt een stageplaats gezocht die gericht is op het uitstroomprofiel en de arbeidsmogelijkheden van de leerling op de arbeidsmarkt.
De ervaringen van de eerdere stages worden in de keuze meegenomen.
Deze uiteindelijke plaatsingsstages zijn gesitueerd op activiteitencentra, begeleide werkplekken, beschutte banen, participatiebanen of het vrije bedrijf.